Pagina's

12-05-2020

Op een fietspad kwam ik hem tegen
zijn gezicht met helm fietste voor hem uit
zijn nek was hij vergeten tussen hem en zijn lichaam
dat naarstig achter hem aan reed
in een wielrennersbroek
in een wielrennershemd
zijn hoeven op de trappers
zijn handschoenen met afgeknipte vingers
op het stuur

Stop, wacht, ik wil je aaien of
als dat te veel is en tijd vergt
even aanraken

zodat je nek weer terugkomt
naar de hemel reikt en je
gedachten hoog naar de bomen gaan
waar je met je bovenlip
die je neus is naar blaadjes hapt

zodat je van je fiets zal stappen
in het vangnet van je vacht
het gladde pad verlaat om
dansend de savanne op te gaan
ver weg van mij naar daar
waar het hoge gras
je poten streelt


Astrid
_______________________________________________________________________